De weg van het ijsblok


Kun je je voorstellen dat mensen ijsblokken zijn met een groot hoofd en kleine voetjes. Want zo zien mensen er soms uit. We rennen in het rond als ijsblokken en botsen af en toe hard tegen elkaar op. Zo nu en dan raken we elkaar zo hard dat de stukken ijs er vanaf vliegen. Om ons te wapenen tegen een volgende aanval bevriezen we zo hard als we kunnen. We hopen daarmee te voorkomen dat bij een nieuwe aanval wij niet in stukken uiteenvallen. We zijn bevroren omdat we bang zijn. Die angst maakt ons koud, hard en ondoordringbaar. Maar ook al zijn we nog zo voorzichtig, we glijden vaak uit en verliezen daarbij de controle. Door drank of drugs kunnen we soms wat zachter worden. Maar dat is van tijdelijke aard, want als dit uitgewerkt is, lopen we weer keihard tegen de onderliggende angst aan, die ons bevroren houdt. Sommigen ijsblokken proberen aan hun ellende te ontsnappen door aardig en meegaand te zijn. Een enkele keer helpt dat iets, toch een ijsblok is een ijsblok, de hardheid blijft. Maar het gebeurt ook weleens dat een ijsblok  een gesmolten ijsblok ontmoet,  die een plas is geworden. Dan kan het gebeuren dat door het warme water in de plas het ijsblok zal smelten. Het ijsblok begint dan in te zien dat het niet nodig om hard en koud te zijn. Door dit inzicht wordt het zachter en soepeler omdat het nu over zijn eigen warmte kan beschikken.

Geen opmerkingen: