Religies

Religies hebben door de eeuwen heen een centrale plaats ingenomen in de samenleving. Terugkijkend op de geschiedenis kunnen we concluderen dat godsdiensten onder welke vlag en van welke betekenis dan ook geen werkelijke heil en zegen, vrede en verrijking hebben gebracht waar ze oorspronkelijk naar streefden. Ze zijn hun oorspronkelijke doel voorbijgeschoten. Religies hebben gefungeerd als instrumenten van onderdrukking en uitsluiting. Mensen die afweken van heersende overtuigingen werden veroordeeld, en kerken die ooit bedoeld waren als heilige plaatsen om gemeenschappen te verenigen werden de bewaarders van rigide doctrine in plaats van centra van compassie en begrip. Zo werd juist verdeeldheid gezaaid, wat geleid heeft tot conflicten, verdeeldheid en uitsluiting. Hierdoor werden kerken eerder kerkers dan toevluchtsoorden voor gelovigen. Een factor die zorgt voor deze gang van zaken is de menselijke interpretatie van religieuze leerstellingen. Verschillende interpretaties hebben geleid tot uiteenlopende praktijken, waarbij sommige gelovigen de nadruk leggen op liefde en compassie, terwijl anderen vasthouden aan strikte dogma's en veroordeling. In plaats van blindelings vast te houden aan dogma's, zouden religieuze gemeenschappen kunnen streven naar een meer inclusieve benadering van liefde en compassie. Het is in ieder geval van vitaal belang dat religies ruimte bieden voor diversiteit in denken en dat religieuze instellingen actief bijdragen aan het welzijn van de samenleving, in plaats van verdeeldheid te zaaien.

Geschikte ouders

De meeste mannen en vrouwen hebben wel de capaciteit om een kind ter wereld te brengen. Maar het vermogen om een geschikte moeder of vader te zijn, komt niet zo vaak voor. Een geschikte ouder heeft de gave om een kind met liefde en geduld vrij te laten, waardoor er een natuurlijke liefdesband kan ontstaan. Liefde kan niet aangeleerd worden, ware liefde kan alleen spontaan ontstaan, er is geen andere manier. Wanneer ouders proberen om liefde af te dwingen, zal het kind een foefje leren, een handigheidje. Dit trucje zal het kind vervolgens herhalen in zijn volwassen leven. Het zal dit kunstje in zijn toekomstige relaties toepassen. Een oprecht liefdesleven vereist geen kunstmatige strategieën. Het vereist echtheid, spontaniteit en vrijheid. Liefde moet vloeien en groeien, zonder enige vorm van dwang. Als ouders de vrijheid geven aan hun kinderen om liefde op hun eigen manier te ervaren, zullen zij de waarde van echte, ongeforceerde liefde begrijpen. Ze zullen niet proberen om liefde te manipuleren of te controleren, maar zullen in plaats daarvan een omgeving creëren waarin liefde vanzelf kan ontstaan. Laten we streven naar ouderschap waarin we onze kinderen liefdevol omarmen zonder enige vorm van dwang. Laten we ruimte geven aan spontane liefde, zodat het zich kan ontvouwen en gedijen in een omgeving van vrijheid en authenticiteit. Op die manier kunnen we een solide basis leggen voor de toekomstige relaties van onze kinderen en hen helpen om liefde op een oprechte en betekenisvolle manier te ervaren.

Werken voor de kost

De maatschappij heeft mensen eeuwenlang slechts één ding voorgehouden en dat is dat je moet 'werken voor de kost'. Niet alleen om geld te verdienen maar ze proberen je ook wijs te maken dat werk een wezenlijke waarde heeft en dat het fantastisch is om te werken. Maar laat je niets wijs maken . In werkelijkheid word je enkel gezien als een productief mechanisme, een slaaf die functioneert als een machine. Werken kent geen enkele waardigheid. Er worden alleen mooie woorden gebruikt om je afhankelijk te maken en je uit te buiten. Natuurlijk heeft werk zijn nut, maar alleen binnen het kader van het doel waarvoor het dient. Je moet werken om te voorzien in je basisbehoeften, zoals eten, drinken, kleding en een dak boven je hoofd. Maar deze fundamentele behoeften zijn al tot het uiterste uitgebuit. Het motto van de maatschappij lijkt te zijn: werk lang en hard, zodat je meer geld verdient en meer kunt consumeren. Helaas word je slechts gezien als een nuttig voorwerp dat anderen rijk kan maken. Je wordt gedwongen om vijf dagen per week te werken, enkel om te overleven, terwijl de rijken steeds rijker worden. En de twee dagen in het weekend dat je vrij bent zit je gewoon te wachten tot je weer kunt gaan werken. Het is een vicieuze cyclus waarin velen vastzitten. Het lijkt erop dat het idee van werken voor een betekenisvol leven steeds verder weg zakt. Mensen worden gedreven door een onverzadigbare consumptiecultuur, die wordt aangewakkerd door de constante druk om meer te werken en meer te verdienen. Maar uiteindelijk blijft de meerderheid gevangen in een eindeloze zoektocht naar materiële bevrediging, terwijl het gevoel van voldoening en vervulling steeds verder vervaagt. Werken is een onvermijdelijk onderdeel van het leven, maar het zou niet het enige doel moeten zijn. We moeten streven naar een maatschappij waarin werk een bron van persoonlijke vervulling en betekenis is, waarin mensen de vrijheid hebben om hun talenten te benutten en een evenwicht te vinden tussen werk en de andere aspecten van het leven die waarde toevoegen.

Denken dat je voelt

 

We denken dat we voelen. Daarom hebben we geen contact met ons lichaam, maar leven in ons  verstand. En dat is niet zo verwonderlijk. Want hebben we wel contact met ons lichaam dan betekent dat eigenlijk dat we aanwezig zijn in dit moment. Maar aangezien we het huidige moment vrezen vluchten we in onze gedachten die alleen over de toekomst gaan of het verleden. In plaats van contact hebben  met, denken we  over ons lichaam. En dat bepaald hoe we er tegenaan kijken. We denken altijd op de wijze van goed of slecht, zoals dik of dun, mooi of lelijk. We hebben het idee dat het lichaam een object is wat mooi moet zijn, maar niet altijd is  Want we weten ook dat we soms stinken, dat ons haar niet goed zit, dat onze buik te groot is en de borsten te klein. We vinden dat onze huid te droog is of te vet, een kleurtje nodig heeft als hij te blank is, of lichter moet zijn  als hij te donker is. Als we jong zijn kunnen we niet genieten van een jeugdige schoonheid en als we ouder worden en aftakelen al helemaal niet. Als we jeugdig zijn en vitaal  moeten we onze lusten en verlangens onderdrukken in plaats van ze uit te drukken. En als we ouder zijn en minder vitaal, wordt  verwacht diezelfde lusten de vrije loop te laten, anders tel je niet meer mee. Seks hoort fijn te zijn, maar is tegelijkertijd gevreesd. Over seks wordt eindeloos gesproken, maar is nog steeds taboe. We willen onze lusten uitleven, maar ook rantsoeneren. En zo gaat het ook met eten, drugs en alcohol. We kennen te veel waarde toe aan ons verstand. Maar ons verstand is altijd verdeeld in toekomst en verleden, in morgen en gisteren. Terwijl ons lichaam dat altijd in het huidige moment verkeert, uiteindelijk de werkelijkheid bepaalt.

Hoop

Wanneer je je ongelukkig voelt, koester je hoop, want hoop doet leven. Je hoopt dat het ooit beter zal worden. Dat er eens een gelukkige tijd zal aanbreken, waardoor dit onaangename gevoel verdwijnt. Hoop wekt de illusie dat ongelukkig zijn niet bij het leven hoort. Het doet je geloven dat het echte leven nog moet komen. Daarom wordt het een doel wat je wilt bereiken. Zo vestig je alle hoop op de toekomst en tracht je tegelijkertijd de werkelijkheid te vermijden. Hoop zorgt er voor dat je je energieker, vitaler en sterker voelt. Is alle hoop vervlogen dan voel je je neerslachtig, futloos en zwak, en heeft het leven geen betekenis meer. Want waarom zal je verder leven als er niets meer te bereiken valt? Maar door steeds weer opnieuw te hopen tracht je in leven te blijven. Je kunt dit saaie leven alleen volhouden omdat je hoopt dat er in de toekomst iets zal gebeuren. Ondanks dat je niet eens weet wanneer die dag komt en zelfs niet wat er precies zal gebeuren. Maar je  hoopt dat het iets aangenaams zal zijn Zo houd je jezelf op de been. Hoop doet leven, maar dit is toch geen leven. Je wordt er alleen maar hopeloos van. Want de dag waarop ‘hét’ zal verschijnen komt nooit. De dag na vandaag waarop al je hoop is gevestigd bestaat niet. Zo ben je altijd onderweg naar morgen, maar je komt nooit aan. Integendeel het brengt je steeds verder van huis. Het geeft je nooit de kans om thuis te komen in het huidige moment

 

Wensen

 

Iedereen wil gezien en gekend worden, we voelen een diep verlangen naar verbinding, affectie, liefde en genegenheid. We verlangen voortdurend naar  dingen die nu ontbreken. We wensen aldoor wat er op dit moment niet is. Het is onvoorstelbaar wat we allemaal kunnen bedenken om de werkelijkheid van dit moment niet onder ogen te zien. Alsof we alleen maar willen ervaren wat we verlangen. De ervaring wordt slechts toegelaten  als het aan onze voorwaarden voldoet. Het is een houden van onder voorbehoud. Klikt het niet dan schept onze denkgeest zijn eigen wereldje. Hierdoor ontstaat een breuk met de realiteit van het huidige moment. Zo ontstaan verlangens die niet anders dan onvervuld kunnen blijven. Het is het ontkennen van de levende ervaring. Een niet kunnen accepteren van wat er op dit moment is. Het is een onderbreken van de verbinding  met onze eigen levensstroom. Dat is de pijn die we vaak voelen, de pijn van het gemis. Maar we hebben toch allemaal verlangens hoor ik de lezer nu zeggen? Ja dat klopt maar het gaat er om deze in een levende verbinding te brengen met het huidige moment. Door afgestemd te zijn op de toekomst  komt deze verbinding nooit tot stand. Dat betekent meegaan wat er wél is. Het huidige moment erkennen en van daaruit functioneren. Dan gaat het weer stromen en gaan we ervaren dat dít moment onuitputtelijk rijk is en alles bevat waar we zo naar verlangen.