Wat
we ook denken, we denken altijd wat de ander er van zal vinden. Wat we ook
doen, we doen het altijd voor de ander. Wat we ook zijn, we zijn het altijd
voor de ander. Dus wat we ook denken, doen of zijn altijd is er de ander, onze
ogen zijn voortdurend gericht op de ander. En omdat onze ogen op een overdreven
manier gericht zijn op de ander, zijn we onszelf vergeten. Aangezien we onszelf
vergeten zijn weten we niets over
onszelf. Alles wat we weten over onszelf, hebben we dan ook van een ander. We
hebben geen eigen kennis. Onze kennis bestaat uit wat anderen ooit over ons
gezegd hebben. Als iemand zegt dat we intelligent zijn, dan nemen we dat zonder
meer aan. Als iemand zegt dat we dom zijn, dan zullen we ons dat steeds
herinneren. Eigenlijk weten we dus niet wie we
echt zijn, we zijn alleen maar
een opeenstapeling van meningen die anderen over ons hebben. En het vreemde
hiervan is dat de ander die denkt ons te kennen, zichzelf ook niet kent. Die
ander kent zichzelf weer door ons. Dus wij kennen onszelf door de ander en de
ander kent zichzelf door ons, maar geen van beiden weten we wie we eigenlijk zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten