De geest heeft één groot verlangen


We komen allemaal uit een baarmoeder waar we een symbiotische eenheid vormden met onze moeder. In de moederschoot is in alles voorzien, we hebben geen enkele behoefte of wens. Dit geeft een paradijselijk gevoel. We ervaren een kosmische eenheid die gepaard gaat met zeer sterke extatische  gevoelens. Er bestaat geen tijd en ruimte waardoor we onszelf ervaren als puur zijn. Onbewust zijn we nog altijd op zoek naar die extatische gevoelens. Het lijkt alsof we nog steeds een soort vage herinnering aan die tijd hebben. Ergens weten we nog dat er meer is dan wij weet van hebben. Alsof we iets zijn kwijtgeraakt. Daarom zijn we zonder het te beseffen altijd aan het zoeken naar een weg terug, waarbij we hopen datgene terug te vinden wat we onderweg verloren hebben. We zoeken voortdurend naar een tovermiddel die ons daarheen brengt. We blijven alles proberen om de juiste drug te vinden. Soms proberen we alcohol, psychedelische of psychiatrische drugs. Maar ook te weinig of te veel eten, televisie kijken en sex zijn drugs. Eigenlijk is alles wat we tot ons nemen een drug. Alles wat we aanraken brengt ons ergens. Maar ook al weten we niet van ophouden,  het brengt ons nooit waar we hopen te komen. Soms dromen we van verre oorden, of dat we een stralend wit licht zijn, of staan we in andermans schoenen, maar nooit in onze eigen schoenen. Omdat we op die manier nooit onszelf terug zullen vinden.  Want ook al hebben we nog zo’n geweldige ervaring, als de drugs zijn uitgewerkt is de ervaring, wat die ook was, verdwenen. De herinnering is alles wat er van is overgebleven. Het is een copy van dat moment, niet het huidige moment zelf




Geen opmerkingen: