Denken dat je voelt

 

We denken dat we voelen. Daarom hebben we geen contact met ons lichaam, maar leven in ons  verstand. En dat is niet zo verwonderlijk. Want hebben we wel contact met ons lichaam dan betekent dat eigenlijk dat we aanwezig zijn in dit moment. Maar aangezien we het huidige moment vrezen vluchten we in onze gedachten die alleen over de toekomst gaan of het verleden. In plaats van contact hebben  met, denken we  over ons lichaam. En dat bepaald hoe we er tegenaan kijken. We denken altijd op de wijze van goed of slecht, zoals dik of dun, mooi of lelijk. We hebben het idee dat het lichaam een object is wat mooi moet zijn, maar niet altijd is  Want we weten ook dat we soms stinken, dat ons haar niet goed zit, dat onze buik te groot is en de borsten te klein. We vinden dat onze huid te droog is of te vet, een kleurtje nodig heeft als hij te blank is, of lichter moet zijn  als hij te donker is. Als we jong zijn kunnen we niet genieten van een jeugdige schoonheid en als we ouder worden en aftakelen al helemaal niet. Als we jeugdig zijn en vitaal  moeten we onze lusten en verlangens onderdrukken in plaats van ze uit te drukken. En als we ouder zijn en minder vitaal, wordt  verwacht diezelfde lusten de vrije loop te laten, anders tel je niet meer mee. Seks hoort fijn te zijn, maar is tegelijkertijd gevreesd. Over seks wordt eindeloos gesproken, maar is nog steeds taboe. We willen onze lusten uitleven, maar ook rantsoeneren. En zo gaat het ook met eten, drugs en alcohol. We kennen te veel waarde toe aan ons verstand. Maar ons verstand is altijd verdeeld in toekomst en verleden, in morgen en gisteren. Terwijl ons lichaam dat altijd in het huidige moment verkeert, uiteindelijk de werkelijkheid bepaalt.

Geen opmerkingen: