Ons leven speelt zich af in
een uiterst gecompliceerde maatschappij. De media bombardeert ons voortdurend met
berichten over klimaat, immigratie, vervuiling en corruptie. Daar komt nu nog
de ‘ramp’ van het coronavirus bij. Het lijkt nu of alles tegelijk op ons
afkomt. We doen ons best de berichtgeving daarover te volgen, het te beoordelen
en te verwerken. Want we willen het overzicht niet verliezen. Dagelijks komen
er weer nieuwe berichten op ons af, waar we ons opnieuw moeten instellen. Zo worden we telkens weer de buitenwereld in getrokken,
ver weg van onze innerlijke wereld. Het corona virus lijkt de druppel te zijn,
waardoor ons zwaartepunt vanuit de diepte omhoog is verplaatst, naar ons hoofd.
Hierdoor hebben we onze innerlijke verankering verloren, omdat de verbinding
met de grond is verbroken. Want zodra ons anker is losgeslagen, zijn we stuurloos
en rennen we als een kip zonder kop rond. We zijn de weg kwijt geraakt en dat
roept angst op. Niet die kleine dagelijkse angsten, maar bestaansangst. Bestaansangst
ontstaat altijd uit een ontworteld zijn, een losgerukt zijn uit de dragende
grond. En dat zie je nu met de coronacrisis gebeuren. Je zou kunnen zeggen dat
bestaansangst de voedingsbodem is waarop het virus kan gedijen. Die angst neemt
extreme proporties aan, we gedragen ons alsof ons leven onmiddellijk in gevaar
is. Bestaansangst is simpelweg gebrek aan vertrouwen, het is een onvermijdelijk
gevolg van het voortdurende vastklampen aan ons verstand. We klampen ons vast
in plaats van ons aan de aarde toe te vertrouwen. Naarmate we onze voeten weer
op de grond voelen, ervaren we ook weer het ‘gedragen-zijn’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten