Aanwezig zijn

Aanwezigheid en voelen hebben dezelfde kwaliteiten.  Ze spelen zich beiden af in het huidige moment. Je kunt een gevoel net zo min oproepen, als dat je aanwezigheid kunt oproepen.  Er is ook geen doel of een bedoeling, aan zowel een gevoel als aan aanwezigheid.  Dus kun je aanwezigheid gelijk stellen aan voelen. Wat aanwezigheid betreft telt niet wát  je doet, maar hóe je het doet. Als bij een spel het winnen belangrijker is dan het spel op zich, is het niet langer spel, maar presteren. Helaas wordt er in onze huidige maatschappij steeds meer de nadruk gelegd op prestatie. Dit heeft een nadelig effect op aanwezig zijn. Ook de spontane en willekeurige bewegingen en uitingen, die bij Reichiaans ademwerk ontstaan, horen tot het gebied van aanwezig zijn. We zijn daarbij direct in contact met onze levenskracht. Die voelen we niet in onze weloverwogen en bedachte bewegingen. Spontane reacties kunnen niet met de denkgeest teweeg gebracht worden. Wanneer je  spontaan reageert op een bepaald gevoel, zeg je niet: ‘ik’ deed het’. Want op dat moment bestaat er geen ‘ik’. Maar dan zeg je: ‘er kwam vreugde in me op’, ‘of er kwam angst omhoog.’ Deze twee uitspraken geven weer, dat er een kracht is die onafhankelijk van de denkgeest, die gevoelens in iemand teweeg kan brengen. Alle emotionele ervaringen hebben die kwaliteit. We worden er door ‘bewogen’. Het laat ons voelen dat we leven, omdat we ons realiseren dat we volledig aanwezig zijn.

 

Geen opmerkingen: