Veel van de gedachten over jezelf
en het leven zijn terug te voeren op ervaringen uit de vroegste periode van je
leven. Naast ondersteunende en stimulerende ervaringen heb je ook bedreigende
en pijnlijke ervaringen opgedaan. Pijnlijke ervaringen zoals misbruik,
verwaarlozing of mishandeling kunnen traumatisch zijn. Maar ook als je een
gelukkige jeugd hebt gehad, zijn er momenten geweest, waarin je je bang,
afgewezen, bedreigd of gekwetst hebt gevoeld. Hierdoor heeft zich een pantser,(blokkade)
een afweerhouding gevormd die bescherming bood tegen levenssituaties die je
angst of pijn bezorgde. Maar wat echter eerst bescherming bood wordt later een
belemmering. Want iemand met een pantser identificeert zich met zijn pantser.
Daarom zal hij altijd zeggen : ‘ik ben nu eenmaal zo’. Binnen zijn eigen
wereldje klopt dat helemaal, omdat hij
er geen idee van heeft hoe het zijn levensenergie afzwakt. Hij voelt
niet meer dat hij constant zijn emotionele energie onderdrukt. Daarom kan hij
zichzelf niet van zijn pantser bevrijden. Het is overigens niet zo dat een
pantser je volledig afsnijdt van je emoties, maar je wisselt ze uit via de
gaten en barsten van het pantser. Hierdoor druk je je emoties en gevoelens
afgemeten, bedachtzaam en gecontroleerd uit.
Wilhelm Reich
Wilhelm Reich was een
eigenzinnige leerling van Freud. Hij borduurde verder op het gedachtengoed van
Freud, maar gaf er een eigen kleur aan. Bij Freud lag het accent op de
psychoanalyse. Maar Reich moest niets hebben van dat geanalyseer. Hij zag op de
divan niet alleen een hoofd liggen met jeugdherinneringen die geanalyseerd
moesten worden. Maar ook een lichaam dat bijna niet ademde, en zich in allerlei
bochten wrong als een bepaalde herinnering bovenkwam. Een lichaam dat verkrampte
om die herinnering terug te dringen in de diepe spelonken van het onderbewuste.
Reich was de eerste die zijn positie achter de divan opgaf en zijn clienten
ging aanraken. Hij masseerde zachtjes, maar drukte ook krachtig in spierblokkades. Hij
ontdekte dat de lichaamstaal van iemand
een directe uiting was van zijn emotionele wereld. Reich ontwikkelde als
eerste de lichaamsgerichte therapie, een geheel nieuwe behandelingsmethode die
voornamelijk gebaseerd is op adem, beweging en emotionele expressie. Hoewel men
in die tijd veel respect had voor zijn briljante geest, zijn uitzonderlijke
mededogen en moed, maakte hij tegelijkertijd ook veel vijanden. Hij trapte
tegen vele schenen omdat het hem aan elke vorm van tact en diplomatie ontbrak. Hij stond bekend als een ‘moeilijke klant’
wiens wil wet was. Daarom heeft hij zijn nieuwe werkwijze nooit helemaal kunnen
integreren. Pas veel later hebben zijn leerlingen kunnen oogsten wat hij had
gezaaid.
Je bent het al
Als kind zoeken we hét bij
onze ouders. Vanzelfsprekend, want die zijn ervoor. Het is echter geen gunst, omdat
elk kind daar recht op heeft. Of ieder kind hét krijgt is nog een ander
verhaal. Later zoeken we hét vaak bij onze partner. Wanneer je partner niet
geeft wat je nodig hebt, is dat nog
overkomelijk, want je bent gewend hét niet te krijgen. Maar wat nu als je
partner je wel geeft wat je nodig hebt? Kun jij hét dan ontvangen? Het lijkt
natuurlijk aantrekkelijk, maar vaak roept het ook angst op. Want als je hét eenmaal
ontvangen hebt, zal je het dan ook de volgende keer krijgen? Of wijst je
partner je dan misschien wel af. Of stel
dat je partner je verlaat. Hoewel deze gevoelens zelden bewust voorkomen, kunnen
ze wel degelijk op onbewust niveau aanwezig zijn. Ze kunnen je volledig blokkeren
om te ontvangen wat je zo nodig hebt.
Want het bedelende kind in ons heeft slechte ervaringen met zijn ouders. Die
lieten ons er aan proeven, maar gaven
het niet echt. En daar hebben we onze conclusies uitgetrokken. Terecht wat je
ouders betreft, maar onterecht wat je partner betreft. Want je partner is je
vader of moeder niet. Toch bestaat er iemand in je leven die je wel kan
geven wat je nodig hebt. Iemand die niet
wegloopt. En dan komt bij de lezer natuurlijk de volgende vraag op: wie dan?
Want als je zo iemand zou kennen ging je daar meteen op af. Maar blijf rustig zitten, je bent er al. Je
bent het zelf.
Mondje dicht en kiezen op elkaar
Veel mensen vinden het moeilijk om hun onderkaak te ontspannen. Dat
houdt in dat vrijwel iedereen met een zekere verbetenheid rondloopt. Je
kunt dit in positieve zin zien als wilskracht of ambitie. Fysiek gezien
manifesteert dit zich in samengeperste lippen, strakke kaken en
tandenknarsen met de kiezen als we slapen. Sommige mensen hebben zelfs
moeite om hun mond open te doen. Dit verschijnsel is vaak ontstaan in
onze kindertijd toen we alsmaar te
horen kregen 'houd je kiezen op elkaar'. Als je deze boodschap keer op
keer te horen krijgt gaat het op den duur een eigen leven leiden en
wordt dan een permanente spanning in de kaakspieren. Wanneer je echt
niets wilt zeggen kun je dat doen met een ontspannen onderkaak. Maar als
je echter niets mág zeggen moet je je kiezen op elkaar klemmen om de
impuls om iets te zeggen te onderdrukken. Dit geldt natuurlijk niet
alleen voor spreken, maar ook voor alle andere gevoelsuitingen die
ongewenst waren. Op elkaar geklemde kaken gaan meestal gepaard met een
dichtgeknepen keel. Dat is een belemmering voor de ademhaling. Want bij
de inademing geldt, hoe meer we onze mond openen, hoe meer lucht we
kunnen opnemen, hoe vollediger de ademhaling wordt. Met de uitademing
kunnen we dan ontspannen door geluid te maken en dit tegelijkertijd met
de uitgeademde lucht naar buiten te laten stromen. Zo kunnen we met
iedere uitademing beetje bij beetje de spanning die zich in het
kaakgebied heeft vastgezet loslaten. Als we ruimte geven aan onderdrukte
gevoelens maken we steeds meer contact met ons lichaam en komen we
dichter in de buurt van onze kern
Geluk
Het woord geluk wordt op verschillende manieren gebruikt. Bijvoorbeeld
als iets gelukt is, je bent geslaagd voor je rijexamen, of je hebt de
man of vrouw van je dromen aan de haak geslagen. Ben je daar niet in
geslaagd dan heb je pech gehad. Pech blijkt dus het tegenovergestelde
te zijn van geluk hebben. Daarom kan dit soort geluk nooit zonder pech.
Wil je dus geluk hebben, dan moet je ook pech hebben. Bijvoorbeeld,
tijdens mijn vakantie heb ik mijn been gebroken, maar
ik heb geluk gehad want er was een ambulance in de buurt die mij snel
naar het ziekenhuis heeft gebracht. Maar ik kan natuurlijk ook zeggen
dat ik pech heb gehad, omdat daarmee mijn vakantie verpest is. Het is
duidelijk dat geluk dat afhankelijk is van pech niet duurzaam geluk is.
Toch blijven we maar streven naar permanent geluk. Maar bestendig geluk
kunnen we niet verwerven op basis van streven, verlangen of willen. Want
ga maar na bij jezelf. Steeds als je je gelukkig voelde, was je er
niet naar opzoek. Geluk overkomt je altijd als je opzoek bent naar iets
anders. Iedere keer als je je gelukkig voelde, was je jezelf vergeten.
Als je jezelf niet kunt vergeten ben je ongelukkig. Gelukkig zijn
betekent per definitie dat er geen ‘ik’ meer is. Geluk is er dus alleen
wanneer het ‘ik’ niet meer aanwezig is. Telkens als je geluk tracht te
vinden, ontgaat het je. Het overkomt je iedere keer als je in beslag
wordt genomen door het zoeken naar iets anders. Werkelijk geluk kenmerkt
zich door het verdwijnen van verlangens, zorgen, oordelen, voorkeur of
afkeer.
Levensenergie
Levensenergie of levenskracht is niet alleen een energie die door ons
lichaam stroomt en ons inspiratie, kracht en vitaliteit geeft.
Levensenergie vinden we ook bij alle natuurlijk leven, want zonder
energie is er geen beweging en dus geen leven mogelijk, het is onze
levensbron. Als de energie uit die bron vrij kan stromen zijn we
volledig aanwezig en daarmee in contact met onze eigen aard, met onze
unieke eigenheid. Het is geen manier om iets of iemand anders te
worden, het is gewoon het mee stromen met onze eigen energie. We kennen
dan geen angst en onzekerheid en weten precies wat we wel en niet
willen. Het is een scheppingskracht die ons het vermogen geeft om ons
leven te leven in overeenstemming met die we in wezen zijn. Wij denken,
voelen, handelen en maken keuzes in harmonie met onze eigen
oorspronkelijkheid. Vanuit onze eigen aard is er ook een natuurlijke
interesse in de buitenwereld. Want de eigenschap van onze levensenergie
is sociaal en contact-zoekend. We zien dat ook bij planten, de wortels
voeden zich in hun eigen grond, terwijl de bladeren contact zoeken met
de zon. Nog een ander aardig voorbeeld van de beweging van levensenergie
is het volgende: Wanneer je dit artikeltje interessant vindt, dan
beweegt jouw levensenergie daar naar toe. Je neemt de informatie in je
op, verwerkt het, waarna de kennis die eerst buiten je was nu een deel
van jou is geworden. Een emotie bestaat ook uit energie. Het woord
emotie betekent letterlijk beweging. Dus wat mij betreft zijn emoties
niets anders dan energie- in beweging. Wanneer we ons angstig,
verdrietig of blij voelen is dat niet anders dan het waarnemen van
energie-in beweging. Net zoals een rivier stroomt zo beweegt emotionele
energie zich ook als een voortdurende stromende aanwezigheid in ons
leven. Het uiteindelijke resultaat van elke willekeurige energie-in
beweging hangt af van wat wij in feite met die energie doen. Wat voor
innerlijke houding we daar tegenover aannemen. Accepteren we de
energie-in beweging en stromen we er in mee, of stappen we weer in ons
oude patroon van onderdrukken?
Abonneren op:
Posts (Atom)