Loslaten


De eerste stap in het proces van loslaten is om te onderzoeken wat we vasthouden. De tweede stap is het besef  hoe dit vasthouden  een stempel drukt op ons leven, en hoe het op subtiele wijze ons denken en handelen bepaald. Dit vraagt om een voortdurende alertheid om te zien hoe ons handelen of niet handelen wordt bepaald door ons onvermogen om los te laten. Om vrij te kunnen handelen is het van belang de last van de in het verleden aangeleerde regels niet langer vast te houden. Maar de  invloed van onze conditionering zit  echter vaak  diep en onherkenbaar in ons leven verborgen.  Het zit verborgen  in het gedrag van een 'ík', dat opgebouwd is in de langdurige geschiedenis van onze opvoeding. Onze gedachtewereld is op één centraal georganiseerde overtuiging gebouwd, op een 'ik'.  We hebben die overtuiging op de wereld losgelaten en de wereld reageerde alsof dit 'ík' echt was .'Dit 'ik' vormt nu de grootste belemmering in het proces van loslaten. Maar waarom is dat 'ik' er eigenlijk als het uiteindelijk alleen maar in de weg staat?  Het 'ík' staat niet alleen in de weg, want voor de fysieke overleving van onze persoonlijkheid is een goed ontwikkelt ego van groot belang. Het geeft je  houvast, grond onder je voeten. Je hebt in ieder geval het gevoel dat je bestaat. En dat is nodig om een sterk en volwassen ego te ontwikkelen, dat is opgewassen tegen de eisen van de buitenwereld. Daarom is het ook zo moeilijk om die 'ik' los te laten. We kunnen het moeilijk loslaten omdat we er grote waarde aanhechten. En dat is ook logisch. We zullen daar niet graag afstand van doen, omdat dat zijn eigen ondergang zou betekenen. Maar willen we dieper doordringen in de kern van ons wezen, dan zullen we echter alles waar we zo zeer aan hechten  durven los te laten. Kijk of je kunt ontdekken wat jou gevangen houdt en bevrijd je er dan van door het los te laten. Overigens zul je merken dat het besef van de aanwezigheid van een bepaalde hechtenis de eerste stap is naar bevrijding

Ik ben

Ik ben- ik ben er- ik voel mezelf- ik neem mezelf waar- ik tref mezelf aan- ik ben er, daaraan is geen twijfel mogelijk. Even later ben ik er nog steeds, en ik heb er niets voor gedaan , dat ik er nog ben. Zonder me in te spannen ben ik er. Ik adem maar dat gaat vanzelf.  Ik ben er eenvoudig. Wonderlijk dat ik er zomaar ben. Ik kan zelfs niet aan mezelf ontsnappen. Ik kan niet uit mijn huid kruipen. Zelfs als dat zou kunnen en ik vlucht, ben ik er nog steeds.  Ik kan er met mijn wil niets tegen doen. Ik kan er zelfs tégen mijn wil zijn. Ook als ik er niet wil zijn , ben ik er toch. Of ik nu wil of niet, ik ben er. Ik ontsta voortdurend uit een wil die mij wil.  Blijkbaar ben ik gewild. Een onzichtbare macht schenkt me ononderbroken het bestaan. Ze draagt me zelfs Kennelijk wil deze macht dat ik er ben.  Ze schenkt mij eenvoudig aan mezelf. Ik ben een geschenk. Wat is dit voor macht die er steeds maar voor zorgt dat ik er ben? Wat is dat voor macht die mij uit zich laat voortkomen? Dat kan niets anders betekenen dat die mysterieuze macht mij erkent, wilt en liefheeft. Dat is toch fantastisch! Ik hoef niets te doen alleen maar te wachten terwijl ik voortdurend ontsta. Kennelijk kom ik voort uit een macht die me erkent en liefheeft. Ik ben een wonderlijk mysterie op het spoor gekomen. Centraal in mijn leven bestaat een welwillende macht die mij onuitputtelijk geeft,  omdat ze van mij houdt. Zou ze mij horen als ik haar bedank?

Verwondering

Verwondering is iets wat we allemaal wel kennen. Het ontstaat als we iets zien dat wat we niet eerder opgemerkt hebben, wat we niet hadden verwacht. Iets wat tot nu toe verborgen is gebleven. Bij verwondering worden we gewaar van een wereld die tot nu gesloten gesloten voor ons was. Een wereld die tot voor kort een andere wereld was. Dat kan iets nieuws zijn  in de eenvoudige dagelijkse dingen, waar we tot nu toe achteloos aan voorbij zijn gegaan.  Het tegenovergestelde van verwonderd zijn, is verwachten. Als we verwachtingen hebben en ons van tevoren instellen op iets,  dan zullen we nog zelden verwonderd zijn. Dan kijken we nog steeds door de bril van het verleden. Het verleden heeft ons geleerd hoe dingen er uit zien, waardoor we ze op dit moment niet echt meer zien. Verwondering gaat aan het denken vooraf, het overkomt ons. Het is gewaarzijn zonder de belemmering van de kennis van vroeger.  Een waarnemen zonder tussenkomst van kennis of oordelen vooraf. Het is het hier-en nu tegemoet treden, zonder de ballast van wat ons is aangeleerd. Ze opent een deur die ons rechtstreeks in contact kan brengen met het mysterie van het bestaan. Verwondering is het totale kennen van iets. Het doorzien van al wat is wordt in de spirituele wereld ook wel het realiseren van wie je in wezen bent genoemd. Overigens is niets zo in nevelen gehuld als het woord zelfrealisatie. Dat kan ook niet anders, want we betreden daarmee een gebied dat op geen enkele manier op een rationele wijze geduid kan worden.

Eenvoud

Ons leven gaat gepaard met vaste automatische handelingen die we dagelijks uitvoeren, opstaan, eten, werken en weer gaan slapen.  Hiermee  zijn we zo vertrouwd geraakt dat onze geest er niet meer bij aanwezig is. Daarom worden ze saai, ze worden saai omdat we in al die steeds weer herhalende handelingen niet aanwezig zijn. En door die saaiheid dwalen we gemakkelijk af naar het verleden of de toekomst. Dan gaan we mijmeren over spannender momenten in het verleden of we fantaseren over nieuwe ervaringen in de toekomst  die onze verbeelding prikkelen zoals bijvoorbeeld een opwindende nieuwe relatie, een verre avontuurlijke reis of een interessante goed betaalde nieuwe baan. Zo gaan we rusteloos door het leven, steeds weer op zoek naar nieuwe indrukken. Maar hierdoor gaan we steeds meer bij onszelf vandaan. Zonder het zelf te beseffen vluchten we voortdurend weg in een complexe wereld, om vervolgens te ontdekken  dat we daarin  alleen maar van onszelf vervreemden. Maar wie we in wezen zijn hangt niet af van de reizen die we ondernemen of de functie die we bekleden. Wie en wat we in wezen zijn wordt vooral zichtbaar in onze omgang met de gewone dingen van elke dag,  door steeds meer aanwezig te zijn in de kleine eenvoudige dingen die we doen. Ons leven zal geen andere wending krijgen door steeds weer spannende en opwindende dingen te doen. Ultieme bevrijding is niet afhankelijk van de grote plannen die wij hebben over ons leven Bevrijding zal uiteindelijk pas ontstaan door onze aanwezigheid van moment tot moment. In de eenvoudige dingen die het leven ons aanreikt,  kunnen we de weg vinden naar wie we werkelijk zijn.

Oordelen

Een oordeel is een goed-of afkeurende uitspraak die als juist beoordeelt wordt. Het is een bijzondere nare eigenschap om iedereen waarmee we in contact komen,  onmiddellijk te beoordelen en vaak meteen te veroordelen. Dit is natuurlijk een veilige strategie, maar het sluit je af van een echte ontmoeting met de ander. Dit oordelen zit zo diep in onze genen dat we het ook op onszelf toepassen. We gaan onszelf ook kritisch beoordelen, in ons verlangen door anderen gewaardeerd en geaccepteerd te worden.  Maar je begeeft je daarmee op een gevaarlijk terrein. Omdat je jezelf gaat vergelijken met het quasi-gedrag van anderen. Want vergelijken met het onechte gedrag van anderen leidt uiteindelijk tot zelfvervreemding.  En zelfvervreemding betekent onbekend zijn met je eigen wezen als totaliteit, dat denken en voelen  van elkaar gescheiden zijn. Diep in je eigen wezen doordringen vereist een onvoorwaardelijke aanvaarding van wie je zelf bent. Als je jezelf niet meer veroordeelt, wordt de noodzaak om anderen te veroordelen ook minder. Helaas kun je je oordelende geest nooit helemaal uitzetten. Dat is ook niet  de bedoeling want dan ga je je anders voordoen dan je bent. Maar wees je bewust dat je voortdurend met een oordeel klaar staat en dat je daarmee de plank volledig mis kunt slaan. Wanneer iets achteraf wordt beoordeelt als goed of slecht heeft dat geen enkele betekenis meer, hooguit geeft het de richting aan die het een volgende keer ook zou moeten gaan. Dan heb je er al een etiket opgeplakt, dan heb je de stroom van het leven al ingedamd tot een vaststaand beeld dat je op de werkelijkheid projecteert. Dan heeft het ík' zich ontfermt over de weg  die je zou kunnen leiden naar het 'niet ik'


Humor

Wanneer je de betrekkelijkheid van je gedachtewereld kunt inzien, beschik je over een  enorme bevrijdende kracht. Want het besef dat alles tijdelijke en vergankelijke is maakt je geest vrij van het krampachtig vastklampen aan starre denkbeelden. Humor kan je helpen los te komen uit een beperkende denkgeest. Een goed vertelde grap kan je zomaar ineens  uit je strakke denken halen,  dat alles wil begrijpen. Geen platte of kwetsende humor, maar  een ontwapende humor, met respect voor de ander. Bijvoorbeeld in geval van quasi-wijsheid van een leerling,  kunnen sommige spirituele leraren dit vaak op een confronterende maar zeer geestige manier verwoorden. 'Humor' betekent eigenlijk vocht. Dit vocht kan voor een welkome besproeiing  zorgen van een dorre en droge denkwereld. Als je gevoel voor humor hebt beschik je vaak over het vermogen om de meest onaantastbare normen en waarden los te laten. Dit kan leiden  tot het inzicht dat je geen onderscheid kunt maken tussen tussen goed en slecht, tussen waardevol en waardeloos, tussen aangenaam en onaangenaam, enzovoort. Dat alles er mag zijn, omdat alles even goddelijk is. Lach om datgene waar je star aan vasthoudt. Ontdek je gevoeligheid voor grappen die je ongepast vindt. Achterhaal welke heilige huisjes je nog overeind tracht te houden in je zoektocht naar veiligheid en geborgenheid. Al je zogenaamde  bijzondere denkbeelden hebben niets te maken met diegene die je bent. Daar is niets serieus aan, daar mag je best grappen over maken of 'de gek mee steken' Wie je bent komt net eender tot uitdrukking in een diepe meditatie als in een toiletbezoek.

"Zoek en gij zult vinden'

"Zoek en gij zult vinden'' is een bekende uitdrukking. Dat is ook van toepassing voor onze spirituele zoektocht. Al weet ik ondertussen dat het vinden niet door mijn zoeken komt. Want wat ik zoek is er al,  ik weet namelijk al dat vlak onder mijn 'ik' het fundament van mijn bestaan  me nu al draagt.  Maar ondanks dat ik dit weet, en het zich vlak voor mijn ogen bevindt, kan ik, wil ik,  of durf ik het niet zien. Bovendien als we zoeken zullen we steeds verder van ons doel verwijderd raken. Toch vraagt het onze voortdurende inzet om  telkens opnieuw onder ogen te zien dat ons doen en laten nog steeds beheerst wordt door angst om ons 'ik'. Of dat ons denken nog altijd gestuurd wordt door een verlangen naar een veilige vluchthaven. Dat we voortdurend de neiging hebben om van haven naar haven te varen op zoek naar veiligheid en geborgenheid. Maar daarmee blijven we natuurlijk aan de oppervlakte, we duiken er nooit dieper in. Hoe kunnen we dan ooit ontdekken dat al die havens helemaal niet bestaan, we denken alleen dat ze bestaan door ons verlangen naar veiligheid en geborgenheid. 'Zoek en gij zult vinden'  is dus waar, ondanks dat we het niet zullen vinden door te zoeken. Maar door te blijven zoeken zonder het te vinden, raken we uiteindelijk zo gefrustreerd en uitgeput dat het zoeken stopt. Want zo zit onze geest nu eenmaal in elkaar.  We geven het denken pas op als de frustratie tot op de bodem van onze geest is doorgedrongen. Dan pas kunnen we onze  mooie beelden over het geloof in een beter leven in de toekomst loslaten en landen in het hier-en nu waar alles al aanwezig is.

De geschiedenis van de Lichaamsgerichte therapie

De voornaamste grondleggers van Lichaamsgerichte therapie zijn Reich, Lowen, Keleman, Feldenkrais, Pierrakos en Kirsch. Maar eigenlijk kun je zeggen dat Reich de pionier is geweest op het gebied van lichaamsgerichte therapie. Sinds hij het lichaam in de psychotherapie ging betrekken is er veel gebeurd. Van de eerder afstandelijke en koele psychoanalytische traditie van zijn leermeester Freud heeft zich een evolutie voltrokken naar meer lichaamsgerichte methodes van waaruit men een neurose benadert. Reich kwam tot de ontdekking dat een neurose ook altijd een lichaamsneurose is en een trauma altijd een lichaamstrauma. 'Oud  zeer' wordt daarbij opgeslagen in de vorm van lichaamspantsers, die de doorstroming van levensenergie in het lichaam belemmeren. Reich ontwikkelde een karaktertheorie gebaseerd op eerder werk van Freud waarbij niet alleen de mind maar ook het lichaam werd betrokken.Hij nam waar dat bepaalde karakstructuren zich ook lichamelijk uitdrukte zoals in de bouw van iemands lichaam, maar ook in de motoriek en expressie. Reich vond dat psychotherapie zich niet alleen met de psyche moest bezighouden maar ook met het lichaam in de vorm van bepaalde bewegingen, aanrakingen en het gebruik van de ademhaling. Dit gedachtengoed is later o.a uitgewerkt door Lowen en Keleman. De laatste jaren is er een groeiende belangstelling voor lichaamsgerichte therapie. Door de stijgende vraag ontstaan ook steeds nieuwe behandelingen en methoden. Lichaamsgerichte therapie is niet meer weg te denken in het rijtje van moderne psychotherapeutische methoden. Misschien zal men in de toekomst het zelfs uiterst merkwaardig vinden om tijdens psychotherapie iemand niet aan te raken.


Energie in beweging

Emoties spelen een belangrijke rol in ons leven. Sommige mensen slagen erin hun emoties volledig te verdringen. Maar bij de meesten lukt dit nooit helemaal. Ze huilen bijvoorbeeld nooit, maar zijn wel altijd somber van aard. Anderen geven alleen uiting aan dié gevoelens waarvan ze denken dat die sociaal aanvaardbaar zijn. Op deze wijze hebben zij hun emoties flink onder controle.Weer anderen worden ondanks allerlei inspanningen of medicijnen die ze gebruiken voortdurend overspoeld door emoties. Wat mij betreft zijn emoties niets anders dan energie- in- beweging. Zoals een rivier stroomt, zo beweegt emotionele energie zich ook als een voortdurende stromende aanwezigheid in ons leven. Het is een energie , een levenskracht die de verbinding vormt tussen lichaam, denken en voelen. Wat het uiteindelijke resultaat is van energie-in-beweging, hangt af van wat wij met die energie doen. Meestromen met deze energie opent in ieder geval de weg naar lichamelijke, mentale en emotionele gezondheid.

Wedergeboorte

Soms kan Bevrijdend Ademwerk leiden tot een afdalen in de diepe ‘nacht van de ziel’. Hierin zit tevens de essentie en grote aantrekkingskracht van deze methode verborgen. Door het intensieve verbonden ademen kun je in contact komen met eigen beperkingen, angsten en pijnen. Mocht het je lukken om je over te geven aan deze manier van ademen en er het juiste ritme in te vinden, kun je bij een ‘kleine dood’ uitkomen. Een kleine dood, die eigenlijk geen dood is , maar een wedergeboorte. Op zo'n moment ervaar je een aspect van totale vernietiging en kom je op een punt dat er niets meer is. Blijf je echter doorademen, dan kom je er aan de andere kant weer uit. Net als de feniks die uit zijn eigen as herrijst. Dit alles is overigens alleen mogelijk bij een totale overgave aan de ademhaling. Op dat ogenblik geeft dit een euforisch gevoel, wat te vergelijken is met een orgasme. Je hebt een drempel overschreden, de dood ontmoet en van binnen een plekje gevonden die onaangedaan blijft door leven en dood. Op dit punt ontstaat een totaal nieuwe ademhaling met een primair diep ritme. Wie zich hier aan over kan geven, komt in een andere bewustzijnsdimensie. Dit is wat Bevrijdend Ademwerk zo uniek maakt. Daar waar de techniek eindigt en de ervaring van het oorspronkelijke ademen begint, ontstaat een symbolische wedergeboorte.

Energie blokkades

Emoties brengen energie in beweging en deze energie wil zich graag bevrijden van de spanning die emoties oproepen. Maar als die energie in beweging verstoort wordt of niet vrijuit kan stromen, vormt zich een energieblokkade. Als je liefde wilt delen en je kunt dit aan niemand kwijt kan er een blokkade ontstaan. Wanneer je angstig bent en je bent niet in staat om er contact mee te maken, kan dit een blokkade teweegbrengen. Als je boos bent en je ben niet in staat om dit te uiten kan dit een blokkade veroorzaken. Blokkades staan aan de voet van allerlei vervelende verschijnselen. Want een energieblokkade kan voor ingewikkelde complicaties zorgen. Zo kun je je van binnen verdrietig voelen, maar aan de buitenkant doen alsof je blij bent. Energie in beweging die zich niet kan bevrijden wordt een energieblokkade, ze komt vast te zitten. Het is net als een rivier, wanneer een deel van het water gaat bevriezen. Naarmate het langer vriest, wordt de stroom van de rivier steeds meer belemmerd. Als al het water bevroren is komt het stromen van de rivier tenslotte volledig tot stilstand. Bij sommige mensen zijn energieblokkades stukken ijs geworden die de energie in beweging ernstig blokkeren. Maar soms is het leven van mensen totaal bevroren, de energie in beweging is volledig tot stilstand gekomen. Dan is het eerste vereiste, het ijs weer te doen smelten En om het ijs te laten smelten dient een effectieve methode te worden toegepast. Ademwerk is zo'n methode.

Principes

In situaties waarin mensen duidelijk anders over iets denken en niet willen toegeven., hoor je vaak zeggen; 'dat is míjn principe'. Maar ook als is het jouw innerlijke overtuiging, een principe is nooit van jou. Een principe is je altijd door iemand anders gegeven, je hebt het van anderen geleend. Principes ontstaan niet uit eigen ervaring. Het is voornamelijk de omgeving waarin je geboren bent die je die principes hebben gegeven. Er is niets mis mee om te leven volgens principes, maar je leert er nooit jezelf door kennen. Want jij verandert er niet door, jij blijft altijd dezelfde. Omdat je je hebt gewapend tegen alles wat onbekend voor je is. Hierdoor sta je niet meer open voor iets nieuws. Je hebt muren rondom je heen gebouwd waardoor er niets meer tot je door kunt dringen. Maar de muren van je principes worden een gevangenis. Dit geeft je misschien een gevoel van rust en veiligheid. Maar het blijft de rust en veiligheid van een gevangenis. Door principieel te zijn blijf je achter de muren van je eigen gevangenis opgesloten zitten. Principiele mensen zijn dus altijd gevangenen van zichzelf.

De in-en uitademing zijn onafscheidelijk

Onze ademhaling gaat naar binnen en naar buiten en wij leven tussen die twee tegenpolen in. Je kunt niet kiezen tussen alleen inademen en niet uitademen. Je kunt alleen inademen omdat je ook uitademt. In-en uitademing kunnen niet gescheiden worden, ze horen bij elkaar. Ze vullen elkaar aan door hun tegengestelde eigenschappen. Het leven kan ook niet gehalveerd worden, het is een geheel. Je kunt geen voorkeur bepalen, want het leven is zowel het een als het andere. Probeer je toch een keuze te maken dan loopt dit bij voorbaat uit op een fiasco. Want iedere keer dat je een keuze maakt heb je voor het een en tegen het andere gekozen. Zodra het pro zijn intrede doet, volgt het anti als een schaduw. Het leven stroomt van de ene kant naar de andere. Je bent zeker en onzeker, gelukkig en ongelukkig, zo is het leven nu eenmaal. Er is niets aan te veranderen. Je moet zowel in-als uitademen anders gaat het ritme verloren en zonder dit ritme is er geen leven mogelijk.

Nederigheid

Nederigheid kan alleen ontstaan als we de denkbeelden die we van onszelf en de wereld hebben, kunnen relativeren. We denken alles te weten en te kunnen. Maar waaraan ontlenen we die kennis,  als we zien dat onze denkbeelden van het ene op het andere moment kunnen veranderen. Ons denken kent geen eeuwigdurende waarden of algemene geldigheidsduur. Vanwaar dan die arrogantie? Want als we kijken naar onze kleine plek in het onmetelijke universum en de korte tijd die wij hier rond lopen,  beseffen we pas de nietigheid en kleinheid van ons 'ík'. De betrekkelijkheid van ons kunnen en weten in  zien, maakt ons nederig. Door nederig te zijn verwerven we authentieke kennis en komen we tot het besef wie we werkelijk zijn. Want als we eerlijk naar onszelf kijken en zouden voelen wie in wezen zijn, maakt ons dat nederig. Zie de onbeduidendheid van jouw gedachtewereld en  voel dan hoe klein je wordt. Nederigheid is een voorwaarde om uit de ban te komen van onze opvoeding. Zij ondermijnt de vaststaande denkbeelden die we over onszelf hebben en doet de bevroren normen en waarden die daarmee verbonden zijn ontdooien. Hoe kunnen we ons ooit losmaken van onze veilige denkwereld, als we niet in alle nederigheid de uiterst beperkte waarde ervan hebben ingezien. We krijgen geen grip op het het ego zonder het besef dat we eigenlijk heel klein zijn. Dat besef kan zo diep gaan dat het ego oplost in het licht van het inzicht van wie we werkelijk zijn.



Zelfbeeld

Je zelfbeeld is de wijze waarop je naar jezelf kijkt. Het is de totaliteit van gedachten, ideeën en oordelen die je over jezelf hebt. Je zelfbeeld zegt niets over hoe je daadwerkelijk bent. Het geeft alleen weer hoe je jezelf ziet, niet wie je bent. Je zelfbeeld ontstaat vaak door mensen uit je directe omgeving die reacties geven op je gedrag zoals familie, docenten, klasgenoten of vrienden. Maar ook door je eigen gedachten, gevoelens waar te nemen en daar een oordeel over te vormen, ontwikkel je een bepaald beeld over jezelf. Dat overigens ook niets zegt over wie je bent omdat gedachten en gevoelens voortdurend veranderen. Je zelfbeeld is dus in feite slechts een denkbeeld, waarmee je de juistheid er van aan anderen tracht aan te tonen, om uiteindelijk goedkeuring en waardering te verwerven. Vanuit je zelfbeeld kun je dus onmogelijk degene zijn die je werkelijk bent. Want degene die je bent staat los en is geheel onafhankelijk van ieder denkbeeld. Zolang je oordelen over jezelf hebt is er geen transformatie mogelijk. Vallen oordelen weg dan richt je je alleen nog op de werkelijkheid zoals die is, gedachten, gevoelens en gedrag die er op dat moment zijn

De karakterrollen van de geest

We worden geboren met het lichaam wat god ons geeft, maar tegen de tijd dat we veertig jaar zijn hebben we ons eigen lichaam geschapen. Wanneer we veertig jaar zijn maakt ons lichaam zichtbaar wie we zijn. Die lichamelijke kenmerken ontstaan niet toevallig. Want elke karakteristieke eigenschap van ons lichaam of het nu sterk is of zwak, gespannen of ontspannen, recht of gebogen heeft een betekenis en een persoonlijke geschiedenis. Het is onze emotionele biografie. Want ons lichaam wordt gevormd door emotionele druk die we in onze jeugd ondervinden. Reacties op die druk zetten zich vast in ons lichaam door middel van spanningen, storingen en beperkingen. Onder die druk buigen we onze schouders, verstrakken we, zakken we inwendig in elkaar, of bevriezen we. Helaas zijn onze reacties op druk permanent geworden. We reageren hier en nu nog altijd op druk, ook als deze niet meer aanwezig is, of als een reactie overbodig is omdat we volwassen zijn geworden. Door die druk neemt ons lichaam specifieke houdingen aan, die houdingen lopen synchroon met ons karakter. Wanneer ons lichaam zwaar en traag is, heeft onze geest ook iets zwaars en traags. Als ons lichaam stijf en onbuigzaam is onze geest dat ook. Dergelijke vervormingen zijn vaak het resultaat van chronisch gespannen spieren. Ons lichaam heeft zich gevormd naar de wensen van onze geest. Onze geest remt onze bewegingen, waardoor ergens in het lichaam de spieren wringen en strak gaan staan. En we merken tot onze verbazing dat we ze niet meer kunnen ontspannen. Ze blijven permanent samengetrokken Dit helpt onze geest om zijn karakterrollen te blijven spelen. Karakterrollen zoals je inhouden, jezelf bij elkaar houden, jezelf ophouden of jezelf tegenhouden. Dit is de prijs die we voor de meedogenloze zelfcontrole van de geest moeten betalen

Ik en de ander


Wat we ook denken, we denken altijd wat de ander er van zal vinden. Wat we ook doen, we doen het altijd voor de ander. Wat we ook zijn, we zijn het altijd voor de ander. Dus wat we ook denken, doen of zijn altijd is er de ander, onze ogen zijn voortdurend gericht op de ander. En omdat onze ogen op een overdreven manier gericht zijn op de ander, zijn we onszelf vergeten. Aangezien we onszelf vergeten zijn weten we  niets over onszelf. Alles wat we weten over onszelf, hebben we dan ook van een ander. We hebben geen eigen kennis. Onze kennis bestaat uit wat anderen ooit over ons gezegd hebben. Als iemand zegt dat we intelligent zijn, dan nemen we dat zonder meer aan. Als iemand zegt dat we dom zijn, dan zullen we ons dat steeds herinneren. Eigenlijk weten we dus niet wie we  echt zijn, we  zijn alleen maar een opeenstapeling van meningen die anderen over ons hebben. En het vreemde hiervan is dat de ander die denkt ons te kennen, zichzelf ook niet kent. Die ander kent zichzelf weer door ons. Dus wij kennen onszelf door de ander en de ander kent zichzelf door ons, maar geen van beiden weten we wie we eigenlijk zijn.

Memories

Ik weet niet of je wel eens het televisie programma 'memories' hebt gezien van Anita Witzier? Wanneer dit niet het geval is, dit programma gaat altijd over een oude kortstondige en heftige liefdes-affaire, wat uiteindelijk nooit iets is geworden. Het zelfde geldt ook voor vacantieliefdes De overeenkomst van al die affaires is dat men op zoek is naar die nooit vergeten ware liefde. Het geeft aanleiding tot de meest romantische en prachtige verhalen. Het blijkt altijd de meest vurige romance geweest te zijn die men in het leven heeft ervaren. Geen geruzie, geen conflicten, geen bekvechten, geen jaloezie, maar een romantische liefde met een diepe verbondenheid en een diep begrip voor elkaar. Natuurlijk kun je zo'n liefde moeilijk vergeten, want het lijkt vaak een sprookje. Maar waarom blijken deze verloren liefdes altijd zo volmaakt te zijn? Hoe komt het dat men deze affaires blijft zien als de enige echte ware liefde? Wellicht komt dit omdat de periode te kort was om ook elkaars schaduwkant te leren kennen Want wanneer twee mensen gaan samenleven komt de andere kant van hun leven ook aan de oppervlakte. Daarom zijn de meest succesvolle lovers ter wereld, zij die uiteindelijk nooit bij elkaar komen